vaccinaties bij katten

Kittens worden in de eerste weken van hun leven beschermd door afweerstoffen die in de moedermelk zaten. Tussen de 6 en 16 weken leeftijd verdwijnt deze moeder-weerstand, de zo gehete maternale-immuniteit. Kittens zijn op deze leeftijd erg gevoelig voor het oplopen van infecties.

Dit is de reden dat u beter geen kittens kunt kopen in dierenwinkels. Kittens van verschillende nestjes worden samengebracht in een nieuwe omgeving. Als één kitten ziek wordt, worden ze dat waarschijnlijk allemaal. Een erkende fokker of een gelegenheid nestje bij een particulier is dan een betere keuze. Deze geven een grotere kans op een gezonde kitten.
Wij adviseren u om binnen 3 dagen na aanschaf uw kitten te laten controleren bij een zogenaamd kitten kennismakingsconsult. Hierbij controleren we u kitten op zijn gezondheid, geven u advies over uw jonge kat zodat hij kan uitgroeien tot een gezond volwassen dier en vinden wij het natuurlijk leuk om met uw nieuwste aanwinst kennis te maken.

6 weken enting
Deze enting is niet standaard en wordt alleen aangeraden bij kittens waarbij de moeder in het jaar voor de dracht niet gevaccineerd is, en een verhoogd risico heeft om ziek te worden, zoals bijvoorbeeld bij zwerfdieren. Bij een fokker zal dit meestal niet het geval zijn.

8-9 weken enting
Dit is de leeftijd waarbij de meeste kittens voor het eerst gevaccineerd worden. Deze inenting is tegen Kattenziekte en Niesziekte . Niesziekte kan veroorzaakt worden door een Calicivirus , Herpesvirus, Bordetella brochiseptica en Chlamydophilia waarbij de laatste 2 bacteriën zijn. Het standaard niesziekte vaccin werkt alleen tegen de 2 virus variaten.

Er kan ook op deze leeftijd voor het eerst gevaccineerd worden tegen Chlamydophilia, Bordetella bronchiseptica en Feline leukemia virus (FeLV). Deze vaccinaties zijn echter niet-standaard, maar alleen indien noodzakelijk of bij verhoogd risico op deze ziekten.

12 weken enting
De Kattenziekte en Niesziekte entingen worden standaard herhaald op 12 weken leeftijd.
De eventuele Bordetella vaccinatie, wat een neusdruppel enting is in plaats van een injectie, kan indien nodig, ook op deze leeftijd gegeven worden. Is deze enting al op 8-9 weken leeftijd gegeven, dan is herhaling niet nodig.

Rabiës
Ook een enting tegen hondsdolheid (Rabiës) is vanaf deze leeftijd voor het eerst mogelijk. Drie weken na deze vaccinatie mag de kat worden meegenomen naar het buitenland, of vanuit het buitenland naar Nederland gehaald worden. Voordat het kitten 15 weken is mag deze dus nog niet legaal de grens over, dit geldt voor elk kitten. Dat maakt niet uit of het een gevonden zwerfdiertje is, een ras kat die uw verkocht heeft aan iemand in het buitenland of juist een buitenlandse kat aangeschaft heeft.

16 weken enting

Enten op 16 weken is niet standaard. We adviseren enkel een extra vaccinatie op 16 weken:
• op plekken waar de infectiedruk hoog is (zoals asielen en eventueel catteries)
• als de moederpoes recent gevaccineerd is of een natuurlijke infectie heeft doorgemaakt, waardoor de antilichamen die de moederpoes mee geeft, veel langer aanwezig blijft.

In het eerste levensjaar krijgt de kat meerder entingen in een kort tijdsbestek. Hierna worden de entingen een jaarlijkse aangelegenheid.

De jaarlijkse vaccinatie tegen Niesziekte (standaard: calici en herpesvirus, optioneel: Chlamydophilia en Bordetella) kan het best jaarlijks worden herhaald.

Elke 3 jaar wordt Kattenziekte standaard herhaald.

Ook de Rabiës enting dient elke 3 jaar te worden herhaald indien u de kat mee naar het buitenland wilt nemen. Gaat de kat voor het eerst mee naar het buitenland? Dan moet de enting minimaal 3 weken voor de reis gegeven zijn. Dit geldt voor de landen in de EU. Buiten de EU kunnen andere eisen gelden, informeer tijdig als u bijvoorbeeld wilt emigreren.

Voordat de dierenarts de enting geeft, kan hij/zij meten hoe hoog de antilichamen in het bloed zijn met een titer bepaling. Mochten de antilichamen niet voldoende zijn. Dan moet uw kat toch gevaccineerd worden. De titerbepaling is alleen tegen kattenziekte betrouwbaar. De titerbepaling tegen niesziekte is echter niet voor 100% betrouwbaar en dus is jaarlijks vaccineren geadviseerd. Bij ons in de praktijk hebben we er voor gekozen om geen titer bepaling bij de kat uit te voeren omdat we het ongemak en de voordelen te klein vinden ten opzichte van de voordelen.

Op internet wordt veel gewaarschuwd voor de bijwerkingen van vaccineren. Het is inderdaad niet uitgesloten dat uw kat bijwerkingen krijgt na een inenting. Echter krijgt maar een zeer klein deel van de ingeënte dieren een bijwerking, dus de kans dat uw kat wat krijgt is ook erg klein. Toch kan geen kwaad om op de hoogte te zijn van de mogelijke bijwerkingen. Ziet u bij uw kat iets vreemds, neem dat contact met ons op.

Een van de meest voorkomende bijwerkingen is een dikte op de plek van vaccineren, die meestal na 1 tot enkele weken weg trekt. Een zeldzamere bijwerking is een allergische reactie. Meestal zwelt het hoofd dan iets op en lijkt hij roder in het gezicht. Daarnaast kan de kat ‘raar gaan doen’ of benauwder gaan ademen. In zeer uitzonderlijke gevallen kan dit leiden tot overlijden.
Een weinig voorkomende, maar ernstige, bijwerking van injecties is de zo gehete Injection Site Sarcoma. Dit is een kwaadaardige tumor die veel schade aanricht op de plek waar hij zit. Dit type tumor kan bij elke injectie ontstaan bij een kat, dus niet enkel van een vaccinatie. Omdat dit type tumor lastig te verwijderen is, moet een plek voor injectie gekozen worden waar hij makkelijker te verwijderen is, ondanks dat deze tumor kans zeer klein is.
Als een dier niet (goed) gevaccineerd is, kan hij/zij ziek worden als hij/zij in aanraking komt met een ziekmakend virus. Het komt dan voor dat bij onvoldoende gevaccineerde katten goed voorkombare ziektes als niesziekte of kattenziekte worden geconstateerd. Niet zelden verloopt een dergelijke ziekte dodelijk of geeft blijvende (chronische) klachten.